Bedrijven voorbereiden op biologische markt en op inspectie

Adviseur Berdi Doornebosch gebruikt haar ervaring bij Skal om bedrijven voor te bereiden op biologische productie en op inspecties. De regelgeving is ingewikkeld en aan verandering onderhevig. Daarom loont het om begeleiding te krijgen.

„In de vier jaar die ik bij Skal in het team Toezicht en Ontwikkeling werkte, zag ik dat bedrijven vaak afwachtend zijn en niet goed op de hoogte zijn van de regelgeving. Je kunt je echter goed voorbereiden op inspecties. Ik begeleid bedrijven daarbij en ik maak nu een cursus over de biologische regelgeving”, vertelt Berdi Doornebosch.

Voor biologische producenten gelden Europese regels. Doornebosch vertelt dat de interpretatie van de regels nationaal kunnen verschillen. Daarnaast bestaan er andere regels en richtlijnen voor plantaardige en dierlijke producten, zoals het Landbouwkwaliteitsbesluit. „Zo krijg je te maken met eigen, nationale regels. Alleen doornemen van de Europese stukken is dus niet genoeg. En die zijn soms al knap complex.”

Met haar bureau begeleidt ze primaire producenten en bedrijven in de verwerking, handel en afzet van biologische producten. Als voorbeeld noemt ze een bedrijf dat meststoffen produceert die geschikt moeten zijn voor biologische boeren en tuinders. Andere voorbeelden zijn veehouders in omschakeling en een champignonbedrijf. De ene keer zijn bedrijven 100 procent biologisch, de andere keer combineren ze gangbare en biologische afzet. „Bij een producent voor bio en gangbaar is het dan belangrijk hoe je die twee stromen gescheiden houdt of hoe je na gangbare productie de lijnen schoonmaakt voor de biologische.”

Veranderingen

De biologische sector krijgt vanaf 1 januari 2022 nieuwe regelgeving. „Daar zijn de bedrijven nog niet zo op voorbereid. Voorbeelden van dingen die veranderen zie je in de pluimveehouderij, waar de veranda van de stal niet langer als binnenruimte telt. Soms is de interpretatie van Skal belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan teelt in de grond. Dat is voor de plantaardige teelten verplicht. Bij bijvoorbeeld tuinkers ziet Skal de productie als een bereidingsactiviteit. De zaadjes zijn al biologisch geproduceerd en de kiemplantjes mag je in Nederland daarna wel op substraat maken.”

Skal hanteert min of meer vaste vragenlijsten bij inspecties en Doornebosch kan haar ervaring daarmee gebruiken om bedrijven een goed advies te geven. Op dit moment kan dat gelukkig prima online doorgaan. „Met een van mijn klanten heb ik wekelijks contact. We hebben elkaar nog nooit ontmoet en toch gaat dit perfect.”

Op het gebied van inspecties doet Doornebosch zelf ook mee. „Ik verzorg regelmatig inspecties voor Demeter. Daar heb je naast de gewone biologische eisen aanvullende dingen zoals het werken met preparaten en eisen aan de biodiversiteit. De verplichte collegiale toetsing van biologisch dynamische telers vind ik erg zinvol. Je kunt zoveel leren van elkaar.”

Biokennisweek

Dat leren van elkaar zoekt Doornebosch binnen de BioAcademy. Ze werkte mee aan de Biokennisweek met een tweetal online workshops. „Allebei waren die gericht op omschakelaars, een voor plantaardige en een voor dierlijke producenten. Ik stond voor Skal in de stand op de BioBeurs. De meest gestelde vraag die je dan kreeg was hoe je kan omschakelen. De workshops zijn dus belangrijk voor wie zich daarop oriënteert.” Op de BioAcademy-site zijn beide workshops terug te kijken.

Of de trend naar biologisch sterk blijft, weet Doornebosch niet precies. Wel is helder dat de overheid inzet op kringlooplandbouw. „Daarin verwacht ik dat biologisch vanzelf gaat passen. De Europese Green Deal is een andere stimulans voor de sector. Ik verwacht dat biologisch gaat profiteren, omdat bedrijven met een grotere diversiteit passen in het toekomstbeeld.”

Interview: Jorg Tönjes
Beeld: Berdi Doornebosch © Doornebosch Advies